Met welke hypotheek loop ik het meeste risico?
De vraag 'Met welke hypotheek loop ik het meeste risico?' is beantwoord en ging over beleggingshypotheek.
De vraag is eigenlijk allereerst wat u onder 'risico' verstaat. Wanneer het u gaat om de opbouw van kapitaal om uw hypotheek (deels) mee af te lossen, dan is er een duidelijk onderscheid in risico tussen hypotheekvormen waarin met beleggingen gewerkt wordt, en hypotheekvormen waarbij het eindkapitaal gegarandeerd is. Met dat laatste moet u overigens wel oppassen: een gegarandeerd eindkapitaal betekent niet per definitie een risicoloze hypotheek. Heel veel hypotheken lopen niet tot de geplande einddatum, en dan blijkt bij tussentijdse beëindiging dat die garantie op dat moment geen waarde heeft.
Maar hoe dan ook: een beleggingshypotheek kent meer risico's dan een spaarhypotheek. Een extra risico is het als er naast de lening voor de woning nog extra geld geleend wordt voor het aanschaffen van effecten. Bij de effectenhypotheek behoort dat tot de mogelijkheden. De effecten moeten dan tijdens de looptijd zoveel in waarde stijgen dat de hypotheek er op de einddatum mee kan worden afgelost. Wanneer deze effecten zijn aangeschaft met geld uit de hypotheek, noemen we dat 'beleggen met geleend geld'. Dat is extra risicovol. Wanneer de effecten zodanig instorten dat ze niets meer waard zijn, bent u in dat geval immers niet alleen uw geld kwijt, maar houdt u er een openstaande lening aan over. Denk maar aan de drama's rondom de 'effectenlease', dat op hetzelfde principe gebaseerd is.
Verder is het natuurlijk zo dat het risico van een hypotheek groter wordt, naarmate deze hoger is ten opzichte van de waarde van de woning. In vaktermen heet dat het 'verstrekkingspercentage'. Op het moment dat er 125% van de executiewaarde geleend wordt, en de woning moet binnen een paar jaar verkocht worden, is het risico op een restschuld bij verkoop groot. Met zo'n tophypotheek loopt u dus meer risico dan met een hypotheek die lager ligt dan de executiewaarde.
Naast de risico's met beleggingen en het verstrekkingspercentage loopt iedereen met een hypotheek nog andere risico's. Vooral het risico dat u niet meer in staat bent om de maandlasten te betalen is hierbij een belangrijke. Een terugval in inkomen kan door verschillende oorzaken ontstaan: werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, minder werken, overlijden, relatiebreuk. Een deel van deze oorzaken kan verzekerd worden, waardoor het risico wordt afgedekt.
Dan is er ook nog het renterisico. Er komt immers een moment waarop de hypotheekrente opnieuw vastgezet moet worden. Als op dat moment het renteniveau hoger is, betekent dat een forse toename van de maandlasten. Een variabele hypotheekrente is ook een behoorlijk risico: de maandlast van de hypotheek kan dan in korte tijd flink stijgen.
Tot slot nog even iets over het risico van de aflossingsvrije hypotheek. Daarbij is er geen sprake van kapitaalopbouw, wat eigenlijk op zichzelf al een risico is. De hypotheek wordt namelijk niet eerder afgelost dan het moment dat de woning verkocht is. Er komt echter een moment waarop de hypotheekrenteaftrek vervalt: na 30 jaar looptijd.
s