Welke hypotheek heeft het minste risico?

De vraag 'Welke hypotheek heeft het minste risico?' is beantwoord en ging over spaarhypotheek.

De vraag die wij hierop direct terugkaatsen is: wat verstaat u onder risico? Dat is namelijk erg belangrijk om te weten, anders is het erg lastig om antwoord te geven op de ze vraag.

Voor veel mensen is risico: het kwijtraken van geld. De eerste gedachte daarbij gaat naar beleggen. Wie op zoek is naar een hypotheek met het minste risico, doet er goed aan erg voorzichtig te zijn als het gaat om beleggen. Om met beleggen een goed rendement te behalen moet er immers risico genomen worden. Een beleggershypotheek, beleggingsverzekeringhypotheek of effectenhypotheek is niet geschikt als u op zoek bent naar het minste risico.

Een hypotheekvorm die bekend staat als de vorm met het minste risico is de spaarhypotheek. Die is er tegenwoordig in twee varianten: met een spaarverzekering of met een spaarrekening (banksparen). Bij de spaarhypotheek wordt het afgesproken kapitaal gegarandeerd opgebouwd, er is dus eigenlijk geen sprake van risico. Tenzij de verzekeraar of bank failliet gaat, dat risico staat los van de hypotheekvorm.

Dit gaat echter alleen maar over het risico dat het gewenste kapitaal voor het aflossen van de hypotheek niet gehaald wordt. Maar er komen meer risico's kijken bij een hypotheek. Zo is er het risico dat de maandlasten niet meer betaald kunnen worden door een terugval in inkomen. Dat kan veroorzaakt worden door werkloosheid of arbeidsongeschiktheid, maar ook door overlijden van de partner. Of doordat één van de partners minder gaat werken.

Vlak ook het risico van een relatiebreuk voor een hypotheek niet uit. Als geen van beide partners de hypotheek op het eigen inkomen kan dragen moet de woning verkocht worden. Daarbij loopt u dan het risico op een restschuld: als de verkoopprijs van de woning niet hoger is dan de openstaande hypotheek. Dan blijven u en uw ex-partner na de verkoop achter zonder huis, maar wel nog met een schuld.

Iedereen met een hypotheek loopt een renterisico. U spreekt immers een rente af voor een bepaalde rentevastperiode. Na afloop van die periode moet de rente opnieuw vastgezet worden. Als het renteniveau op dat moment ruim hoger ligt dan nu, betekent dat een forse toename van uw maandlasten.

Dan is er nog het risico van een aflossingsvrije hypotheek. Een aflossingsvrije hypotheek (of aflossingsvrij hypotheekdeel) komt er immers op neer dat er niets wordt afgelost op de hypotheekschuld. Aan het eind van de looptijd staat dat bedrag nog steeds open. Er moet rente over betaald worden totdat de schuld terugbetaald is, dus ook als de periode van 30 jaar hypotheekrenteaftrek voorbij is. Dat zorgt op dat moment voor een forse toename van de netto maandlasten.

Kortom: er zijn wel hypotheekvormen met meer en minder risico, maar uiteindelijk loopt iedereen met een hypotheek op de één of andere manier wel risico.

s